Strafrecht, verdachte en dwangmiddelen
Binnen het strafrecht is de inzet van dwangmiddelen precies geregeld. Vaak moet er, om een dwangmiddel te kunnen inzetten, sprake zijn van iemand die verdacht wordt van een strafbaar feit.
Soms is het in het kader van het onderzoek nodig dat er zogenaamde dwangmiddelen worden ingezet. Het Openbaar Ministerie(OM) wil bijvoorbeeld een huis doorzoeken of een telefoon aftappen. Het OM kan deze dwangmiddelen niet zomaar inzetten. De inzet van een dwangmiddel is altijd verbonden aan bepaalde wettelijke regels.
Zo is het doorzoeken van een woning of plaatsen van een telefoontap een inbreuk op de privacy. Dit is dan ook alleen toegestaan als het strafbare feit een dermate ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert dat de inzet van het dwangmiddel gerechtvaardigd is.
In deze opdracht ga je aan de slag met dwangmiddelen. De opdracht bestaat uit dertien vragen die je individueel gaat maken. Zorg ervoor dat je de vragen aandachtig leest. Wanneer je iets niet begrijpt vraag je eerst de persoon die naast je zit om hulp. Als hij/zij het ook niet weet vraag je één van de docenten. De deadline voor deze opdracht is 21 februari 2020 om 17:00 uur. Je levert de opdracht in via Teams opdracht: ’’AKte- 3 dagdeel 2- Strafrecht, verdachte en dwangmiddelen’’.