Dagdeel 11 BR

Hiervoor hebben we in de dagdelen 5-10 de inkomstenbelasting besproken.

Van belastingsubject tot belastingobject (box 1, 2 en 3), persoonsgebondenaftrek, heffingskortingen en benodigde formulieren voor het doen van aangifte inkomstenbelasting, alles is de revue gepasseerd. In de onderstaande video een uiteenzetting hoe je met behulp van het schijventarief de belasting in box 1 berekend.  Met deze video’s wordt toetsterm 1.3 besproken.

Toetsterm 1.3: De kandidaat berekent voor een situatie en eventueel een gegeven
heffingskorting hoeveel inkomstenbelasting iemand verschuldigd is in een
bepaalde box.**

Berekenen te betalen inkomstenbelasting in box 1

Berekenen te betalen inkomstenbelasting in box 1,2 en 3

Het schijventarief van box 1 is hierboven uitgelegd. Lees ook paragraaf 2.10 in het boek.  Maar hoe bereken je nu de totale inkomstenbelasting over box 1, box 2 en box 3? En hoe pas je de heffingskortingen toe? Onderstaande video laat je dat zien!

Voorbeeld berekening te betalen bedrag aan inkomstenbelasting in box 1 en 2

Deel 3: berekenen verschuldigde belasting IB (met toepassing heffingskortingen)

Vervolg voorbeeld berekening maar nu met loonheffing en heffingskortingen

 

Huiswerkopdracht DD11: klik hier