Economische delicten
Niet alle strafbare feiten staan opgenoemd in het Wetboek van Strafrecht. Veel handelingen zijn bijvoorbeeld ook strafbaar op grond van de Wet op de economische delicten.
Bij strafbare feiten denken we vaak onmiddellijk aan het Wetboek van Strafrecht. Er is echter veel meer gedrag dat de wetgever ongewenst vindt en daarom strafbaar heeft gesteld, bijvoorbeeld in de Wegenverkeerswet 1994, de Opiumwet, de Wet Wapens en Munitie en de Wet op de economische delicten.
Net als in het Wetboek van Strafrecht wordt ook in deze wetten onderscheid gemaakt tussen overtredingen en misdrijven. Het is echter niet zo dat, net als in het Wetboek van Strafrecht, misdrijven in een tweede boek staan en overtredingen in een derde boek. De WED kent namelijk geen onderscheid in verschillende boeken. Hoe kom je er dan achter of een strafbare gedraging in de WED een misdrijf of een overtreding is?
Dit wordt aangegeven in art. 2 WED. Het is een hoop bladerwerk, aangezien art. 2 WED verwijst naar art. 1 WED. Voorbeeld: staat het strafbare feit benoemd in art. 1, sub 1 WED, dan geeft art. 2 lid 1 WED aan dat het hier gaat om een overtreding.
Nu is het jouw beurt. In een interne memo, gericht aan je leidinggevende, geef je voor de volgende situaties aan of het hier gaat om een misdrijf of een overtreding. Leg uit hoe je hier op komt, de enkele vermelding ‘het is een overtreding’, is onvoldoende. Benoem de wet!
Situatie 1
In een bedrijf wordt stelselmatig de Arbeidstijdenwet overtreden. Bij een eerdere inspectie is geconstateerd dat het bedrijf zich niet houdt aan art. 11:3 Arbeidstijdenwet. Nu de inspectie weer op bezoek komt, blijkt dat het bedrijf geen verbetering heeft laten zien. Het is duidelijk dat hier sprake is van opzet.
Situatie 2
Joost is amateurarcheoloog. Zonder dat hij over de benodigde vergunningen beschikt, gaat hij graven op een plek waarvan hij vermoedt dat er wel eens sprake kan zijn van een prehistorisch grafveld. Al spittend in de bodem stuit hij inderdaad op resten van beenderen en potscherven. Hij is zich er niet van bewust dat wat hij doet in strijd is met art. 5.1 Erfgoedwet.
Situatie 3
Informat BV heeft een boete opgelegd gekregen in het kader van een overtreding van de WED. Het bedrijf verkeert op de rand van een faillissement: er is geen geld, terwijl de schulden zich opstapelen. Alleen een waardevolle Rolls Royce Silver Cloud uit 1957 door directeur-grootaandeelhouder Simeon Malversaci gebruikt als directiewagen, vertegenwoordigt nog een forse waarde. Meneer Malversaci onttrekt deze auto aan het bedrijf en stalt hem in de garage van een zakenrelatie, om te voorkomen dat de auto in beslag wordt genomen. Daarmee handelt hij in strijd met art. 33 WED.
Situatie 4
Koos Knoppert ziet een gat in de markt. Hij herinnert zich dat zijn grootvader vroeger een groot liefhebber was van pruimtabak, tabak die in de mond gekauwd werd. Hij brengt onder de naam Koos kauwtabak een nieuwe variant van het genotsmiddel op de markt. Hij komt er echter snel achter dat het niet strookt met artikel 3a van de Tabaks- en rookwarenwet.